Dag 20 - Vrijdag 1 augustus

Gereden: 223km

Als we opstaan is het nog heel mistig, maar we hebben goede hoop dat het straks weer zal optrekken. Na het ontbijt lopen we naar Mola Mola, waar Jeanne ons staat op te wachten. We moeten nog even wachten op twee dames, die uit Swakopmund komen en vanwege de mist niet zo hard kunnen rijden. Als we richting Pelican's point rijden, vertelt Jeanne dat bijna alle flamingo's nog in Botswana zitten. In andere jaren waren ze al eerder terug, maar door de goede regen van de afgelopen jaren, hebben ze daar nog genoeg voedsel. hadden we misschien bij Nata toch een kijkje moeten nemen bij de Nata Bird Sanctuary om ze te kunnen zien. Langzaam klaart de mist wat op en kunnen we bij Pelican Point de vuurtoren zien.
 
Volgens Jeanne waait het te hard voor ons om bij de dolfijnen te beginnen, en gaan we bij de zeerrobben kolonie de boten uitladen. Jeanne had ons gemaild, dat zij voor warme kleren zou zorgen, maar ze heeft nog geen kleding in kindermaatjes. Martijn en Niels komen er uit te zien als grappige kaboutertjes met een lange fleecetrui en regenjas en een wintermuts op hun hoofd. Jeanne legt nog even uit hoe de kayak stuurt en dan duwt ze ons het water in. Al snel komen nieuwschierige zeerobben op ons af. Jeanne neemt een paar foto's van ons en vertelt dat de robben in het water de jongeren zijn die nog graag spelen. De oudere zijn de zee op om vissen te vangen of liggen op het strand. Ook laat ze zien dat de robben het leuk vinden om in de peddels te bijten. Ze komen zo dichtbij dat je ze een aai over hun kop kunt geven. Na een dik half uur peddelt Jeanne weer naar de kant en dan volgen wij de twee andere dames haar maar naar de kant. We krijgen warme thee en lekkere broodjes. Omdat het nog maar 10 uur is en we pas om 12 uur terug zouden zijn, verwachten we dat we nog een keer het water ingaaan. Maar dat is helaas niet zo, vooral Martijn is erg teleurgesteld. Hij had graag nog een keer het water in willen gaan. Niels is nog helemaal onder de indruk van de zeerobben en vindt het wel best. Jeanne legt uit dat ze het vandaag iets korter heeft gehouden, omdat we door de wind niet langs het dolfijnenpunt konden varen. Op de terugweg stoppen we nog even bij de zoutpannen, waar zout gewonnen wordt voor de industrie, die door de aanwezige roze algen, die ook de flamingo's hun kleur geeft prachige kleurschakeringing van licht roze tot bijna rood geeft. Jeanne loopt naar een zoutpan die bijna opgedroogt is en haalt er een paar prachtige zoutkristallen uit,  om ze aan Martin en Niels te geven. Ook zien we nog een klein groepje jonge flamingo's.

Rond half twaalf zijn we terug bij Mola Mola, en gaan we op aanraden van Jeanne nog even kijken bij de boten die terugkomen van de dolphin tour.  Op de kade staan nog een paar prachtige flamingo's en als de boten terugkomen, zien we de zeerobben op de boot springen om een visje te halen. In het water zweven ook erg grote, rode kwallen rond.   

Dan lopen we terug naar Ana's Inn om nog wat te eten, en de boel weer in te laden. We betalen en gaan nog even boodschappen doen in Walvis Bay bij de Shoprite. Omdat we de komende dagen de woestijn in gaan en hier geen supermarkt te vinden is, slaan we een heleboel eten in. Het is altijd zoeken in een supermarkt die je niet kent, maar uiteindelijk hebben we alles gevonden. Bij de kassa valt het bedrag mee, de Shoprite is een stuk goedkoper dan de Pick and Pay.

Dan verlaten we Walvis Bay en rijden de woestijn in.  Eerst komen we nog wat zandduinen tegen, daarna wordt het kaler tot we in de verte de bergen van de Kuiseb pas zien opdoemen. Vlak voor we de bergen inrijden zien we in de verte twee giraffen lopen. Midden in de woestijn en geen boom te zien! Helaas wil Johnny er niet naar toe rijden. We zijn toch wel weer erg laat uit Walvis Bay vertrokken en hebben nog wel een stukje voor de boeg. De kuiseb pas is erg mooi en als we de rivierbedding gepasseerd hebben stoppen we toch even snel voor een foto. Een stuk verder is de afslag richting Windhoek en de Gamsberg pas. Al snel zien we de Gamsberg, een tafelberg (net als zijn broertje in Kaapstad) voor ons opdoeken. Ik verwachte dat de Hakos farm, waar we de nacht gaan doorbrengen nu snel zou opdoemen. De zon begint al aardig laag te staan en we rijden over een gravelpad in de bergen en dat wil je echt niet in het donker rijden. We komen steeds hoger en de weg heeft behoorlijke haarspeldbochten. Plotseling springt er een kudu de weg over. Hij blijft nog even naar ons staan kijken, maar het lukt helaas niet om een scherpe foto te nemen. Als we ongeveer op het hoogste punt van de pas zijn, zien we eindelijk de afslag naar Hakos (7km). Het had ook niet veel langer moeten duren. De lucht wordt al oranje. Eigenlijk is het ook wel logisch dat een farm met een sterrenwacht boven op een berg staat. 

Als we bij de guestfarm aankomen, worden we gelijk opgewacht door  Johann Walter Straube, een echte duitse oude man die ons met een herzlich wilkommen begroet. Hij neemt ons mee naar zijn dochter, die ons de campsite aanwijst en waarmee we afspreken om vanavond de Sterrenfuhring te doen. Er zijn maar 4 plaatsen op de campsite, maar ze hebben wel allemaal een afdakje met een een aanrecht. Wat erg praktisch is.Snel laden we alles uit en maken de daktenten klaar. In het donker maken we snel macaroni klaar en dan lopen we naar de farm voor het sterren kijken. Onderweg komen we langs de sterrenwacht, waar een boze Duitser ons maant om onze zaklampen uit te doen, want ze zijn bezig met sterren observeren.

Bij de farm worden we opgewacht door Friedhelm, die ons de sterren zal laten zien. Er gaat ook nog een Zuid-afrikaans stel mee. We krijgen twee zaklampen met rood licht mee. Deze kunnen wel gebruikt worden, zonder dat de astronomen er last van hebben. We lopen door de poort en Friedrich zegt tegen de Zuid Afrikanen dat ze vast door kunnen lopen, dan sluit hij de poort weer af. We lopen achter ze aan , en in het donker lopen we een gebouw binnen. Als de deur dicht is doet de Zuid Afrikaan de lamp aan, en staan  we midden in een rommelschuurtje. Hier moeten we erg om lachen. Dan komt Friedrich er al aan en neemt ons mee naar een sterrenkoepel. We verwachten dat we daar naar binnen gaan, maar nee, deze is voor de wetenschappers. Zelf hebben ze buiten een gro telescoop staan, waarmee hij ons wat wil laten zien. Het kost vrij veel tijd om de telescoop goed in te stellen, en de jongens krijgen het koud. We zijn vanmorgen vroeg opgestaan en zijn na zo'n lange dag ook erg moe. Niels wil graag naar de tent, maar als Friedrich er dan toch in slaagt het eerste sterrenstelsel te vinden, blijven we toch allemaal kijken. Hij laat ons nog een gekleurde ster zien en de planeet Jupiter met zijn ringen kunnen we erg duidelijk zien. Als het is afgelopen en we naar de tent boven op de berg lopen, begrijpen we helemaal waarom ze deze plaats voor de sterrenwacht hebben gekozen. We zien echt overal rondom ons de sterrenhemel, tot zelfs onder onze voeten.  Er zijn hier ook bijna nooit wolken, zodat de astronomen hier bijna het hele jaar vrij zicht op de sterren hebben. We verwachten een koude nacht op de berg tegemoet te gaan, maar dat valt geukkig nog wel mee