Dag 18 - Woensdag 30 juli
Gereden: 307km
Vandaag is het heerlijk warm. Tijdens en na het ontbijt klauteren we lekker rond de rotsen en genieten van de schitterende omgeving en prachtige vogeltjes. Als de tenten weer ingeklapt zijn rijden we naar de rotsboog. Ook hier is het prachtig en hebben we een geweldig uitzicht op de Spitzkoppe.
Dan moeten we helaas vertrekken en rijden we door de woestijn richting kust. Dit is een woestijn zoals je hem als kind voorstelt. Helemaal kaal en vlak, je kunt kilometers ver kijken. Alleen in de verte zien we weer bergen opdoemen. Als we na zo'n twee uur rijden dichterbij zijn gekomen, blijken de bergen wolken te zijn. Langs de kust van Namibiƫ ontstaan elke dag vanuit de zee, waar de koude golfstroom loopt (grond)mist. Omdat het hier bijna nooit regent leven de planten die hier groeien, van de nevel die neerslaat op de grond.
Bij Hentiesbaai zijn we bij de zee aangekomen en slaan we rechtsaf richting Cape Cross. De weg waar we op rijden is gemaakt van zout. Dit kan weer omdat het bijna nooit regent. Langs de weg staan tafeltjes met daarop brokken met zoutkristallen. Als ik uitstap om ze van dichtbij te bekijken, waai ik bijna weg en is het ijskoud. Snel een warme jas aan en dan zoek ik een mooie zoutkristal uit, waarna we het geld in het bijbehorende bakje stoppen.
Bij Cape Cross doen we weer onze lange broeken, truien en jassen aan en dan zijn we klaar voor de zeerobben. Bij de parkeerplaats zien we nog niets, maar als we de loopplanken oplopen ligt er opeens een grote groep op de rotsblokken en zwemmen er een paar honderd in zee. Dit is de grootste kolonie zeerobben ter wereld. Als we genoeg gefotografeerd hebben lopen we naar links waar we in de verte nog een andere grote groep zeerobben zien liggen. Op het strand zien we een paar jakhalsen die vechten om een prooi. Twee jakhalsen rennen er snel van door, de derde blijft staan met een baby-zeerobvelletje tussen zijn tanden. Zijn bek is rood van het bloed. Als we nog dichterbij komen laat hij het los en kan ik een foto nemen. Op het strand liggen een heleboel zeehondenbotten. De jakhalsen hebben een goed leven hier. Als we teruglopen, kijken we nog even bij Kaap Kruis, waar in 1485 de eerste Europeaan, de Portugees Diogo Cao aan land strand.
Dan rijden we naar Swakopmund, waar we bij de Dune Backpackers Lodge geboekt hebben. Op het internet zag het er goed uit, en de recensies waren ook positief, maar het valt ons tegen. Er is aan de achterkant een lange rij kamers, die direct op de parkeerplaats uitkomt. We krijgen een klein hokje met twee stapelbedden, achterin bevinden zich zelfs twee badkamers met douche en helaas vieze stinkputjes. Verder is het er wel schoon, de lakens ruiken lekker en we besluiten het er maar mee te doen. Dan lopen we Swakopmund in. Omdat we niet echt geluncht hebben, gaan we bij een echte Duitse konditorei wat eten. Martijn en wij willen vandaag graag patatjes eten, Niels liever pizza. We hebben reclame voor de KFC zien hangen, en vragen de ober waar we die kunnen vinden. Zijn Engels is niet zo best, hij begrijpt onze vraag niet. Dan komen de Duitse eigenaren, die achterin aan een tafeltje de krant zitten te lezen in actie. De eigenaresse raad ons aan om naar de Spur te gaan. Ze loopt zelfs met ons mee om het aan te wijzen. Erg aardig! We lopen nog naar het aquarium dat volgens de lonely planet tot 5 uur open is, maar als we aankomen blijkt het gesloten te zijn. Het is erg koud en er hangt een natte mist. We besluiten om maar terug te gaan naar onze kamer en gaan nog wat te lezen.
Spur blijkt een prima keuze te zijn, ze hebben hamburger met friet voor ons en zelfs pizza voor Niels. We genieten van een heerlijke maaltijd waarna we ons bed weer opzoeken. Op de hoek naar Dune's staat hotel Europahof waar we de El Wierda bus weer zien staan.
Vandaag is het heerlijk warm. Tijdens en na het ontbijt klauteren we lekker rond de rotsen en genieten van de schitterende omgeving en prachtige vogeltjes. Als de tenten weer ingeklapt zijn rijden we naar de rotsboog. Ook hier is het prachtig en hebben we een geweldig uitzicht op de Spitzkoppe.
Dan moeten we helaas vertrekken en rijden we door de woestijn richting kust. Dit is een woestijn zoals je hem als kind voorstelt. Helemaal kaal en vlak, je kunt kilometers ver kijken. Alleen in de verte zien we weer bergen opdoemen. Als we na zo'n twee uur rijden dichterbij zijn gekomen, blijken de bergen wolken te zijn. Langs de kust van Namibiƫ ontstaan elke dag vanuit de zee, waar de koude golfstroom loopt (grond)mist. Omdat het hier bijna nooit regent leven de planten die hier groeien, van de nevel die neerslaat op de grond.
Bij Hentiesbaai zijn we bij de zee aangekomen en slaan we rechtsaf richting Cape Cross. De weg waar we op rijden is gemaakt van zout. Dit kan weer omdat het bijna nooit regent. Langs de weg staan tafeltjes met daarop brokken met zoutkristallen. Als ik uitstap om ze van dichtbij te bekijken, waai ik bijna weg en is het ijskoud. Snel een warme jas aan en dan zoek ik een mooie zoutkristal uit, waarna we het geld in het bijbehorende bakje stoppen.
Bij Cape Cross doen we weer onze lange broeken, truien en jassen aan en dan zijn we klaar voor de zeerobben. Bij de parkeerplaats zien we nog niets, maar als we de loopplanken oplopen ligt er opeens een grote groep op de rotsblokken en zwemmen er een paar honderd in zee. Dit is de grootste kolonie zeerobben ter wereld. Als we genoeg gefotografeerd hebben lopen we naar links waar we in de verte nog een andere grote groep zeerobben zien liggen. Op het strand zien we een paar jakhalsen die vechten om een prooi. Twee jakhalsen rennen er snel van door, de derde blijft staan met een baby-zeerobvelletje tussen zijn tanden. Zijn bek is rood van het bloed. Als we nog dichterbij komen laat hij het los en kan ik een foto nemen. Op het strand liggen een heleboel zeehondenbotten. De jakhalsen hebben een goed leven hier. Als we teruglopen, kijken we nog even bij Kaap Kruis, waar in 1485 de eerste Europeaan, de Portugees Diogo Cao aan land strand.
Dan rijden we naar Swakopmund, waar we bij de Dune Backpackers Lodge geboekt hebben. Op het internet zag het er goed uit, en de recensies waren ook positief, maar het valt ons tegen. Er is aan de achterkant een lange rij kamers, die direct op de parkeerplaats uitkomt. We krijgen een klein hokje met twee stapelbedden, achterin bevinden zich zelfs twee badkamers met douche en helaas vieze stinkputjes. Verder is het er wel schoon, de lakens ruiken lekker en we besluiten het er maar mee te doen. Dan lopen we Swakopmund in. Omdat we niet echt geluncht hebben, gaan we bij een echte Duitse konditorei wat eten. Martijn en wij willen vandaag graag patatjes eten, Niels liever pizza. We hebben reclame voor de KFC zien hangen, en vragen de ober waar we die kunnen vinden. Zijn Engels is niet zo best, hij begrijpt onze vraag niet. Dan komen de Duitse eigenaren, die achterin aan een tafeltje de krant zitten te lezen in actie. De eigenaresse raad ons aan om naar de Spur te gaan. Ze loopt zelfs met ons mee om het aan te wijzen. Erg aardig! We lopen nog naar het aquarium dat volgens de lonely planet tot 5 uur open is, maar als we aankomen blijkt het gesloten te zijn. Het is erg koud en er hangt een natte mist. We besluiten om maar terug te gaan naar onze kamer en gaan nog wat te lezen.
Spur blijkt een prima keuze te zijn, ze hebben hamburger met friet voor ons en zelfs pizza voor Niels. We genieten van een heerlijke maaltijd waarna we ons bed weer opzoeken. Op de hoek naar Dune's staat hotel Europahof waar we de El Wierda bus weer zien staan.