Dag 13 - Vrijdag 25 juli - Etosha Halali
Gereden: 104km
We doen het 's ochtends rustig aan. Bij de souveniershop kunnen we brood en ook nog boerenworst uit de diepvries kopen. Kunnen we vanavond weer zelf koken. Als we vertrekken, is bijna iedereen op de campsite al weg. We rijden eerst naar Chudop, waar we gisteren zoveel dieren bij de waterpoel zagen, maar op dit tijdstip is er geen dier te zien. Op de vlaktes zien we wel veel springbokken en af en toe een paar gemsbokken. In de Etoshapan staat hier nog water. Meestal is het een droge zoutvlakte, maar doordat het in het voorjaar veel geregend heeft, zien we nu een meer.
Onderweg worden we door een andere auto gewezen op een paar cheetahs die in de verte naar ons zitten te kijken. Met de verrekijker kunnen we ze nog net zien, tot ze besluiten om weg te lopen. Verderop zien we een grote groep giraffen. Bij het uitkijkpunt in het midden van Etosha is geen water meer te zien. Het is nog wel erg modderig, en buiten het afgezette deel met paaltjes lijkt het een droge zoutvlakte, maar het is een grote blubberboel. De jongens vinden het leuk om met steentjes de blubber te laten opspatten.
Rond de middag komen we bij Halali, het middelste kamp in Etosha aan. We zoeken ons plekje op en doen het verder lekker rustig aan. Als ik een parkwachter zie lopen, vraag ik hem of hij weet waar we uilen kunnen vinden, want ik had ergens gelezen dat ze hier in de bomen zitten. Hij had vandaag nog geen uil gezien, maar hij zou voor ons op zoek gaan. Niet veel later komt hij terug om te vertellen dat hij er 1 gevonden heeft. Hij zit nogal een eindje verderop bij de bungalows in een boom. Zelf zouden we hem waarschijnlijk nooit gezien hebben, helemaal verstopt in het bladerdak. Het is een Southern white faced owl of in het Nedeerlands een Zuidelijke Witwangdwergooruil.
Daarna vermaken de jongens zich bij het al weer koud water zwembad. Aan het eind van de middag gaan we eens kijken bij de waterpoel van Halali, maar behalve een paar leuke eekhoorntjes is er verder niets te zien. Na het eten als het donker is, neem ik nog eens een kijkje maar weer zijn er geen dieren te bekennen.